Standplaats: De Kentia palm houdt er niet van om heel de dag in de felle zon te staan. Maximaal 2 tot 3 uur direct licht is genoeg. Heel de dag indirect licht is prima. Als het blad lichter en fletser wordt komt het omdat de Kentia palm te licht staat. Als de palm geen nieuwe bladeren meer aanmaakt dan komt dat omdat de plant te donker staat.
Water geven: Zorg dat de grond altijd licht vochtig is maar let op dat de palm niet met natte voeten komt te staan. Geef de palm water in kleine beetjes, zodat het goed in de grond kan trekken. Één keer per week water in de winter en twee keer in de zomer is voldoende. Besproei het blad eens per week met lauw water, doe dit ook in de winter.
Voeding: De Kentia palm groeit minder snel dan de andere palmsoorten. Het is raadzaam om alleen voeding mee te geven in de groeiperiode van maart tot september. Geef dan iedere maand één keer voeding mee met het watergeven.
Verpotten: Omdat het geen hele snelle groeier is, is het prima om de plant een per 2 jaar te verpotten. Je kan de palm wel extra verwennen door de bovenste laag grond te verversen of de oude grond uit de kluit schudden en vervangen voor verse grond. Potgrond verliest langzaam de luchtige structuur en daar houdt de Kentia palm juist van. Als de palm kronkelende wortels heeft, is het tijd om te verpotten. Kies een pot die 20% groter is dan de huidige pot.
Giftig: De Kentia palm is niet giftig voor mens en dier.